Opbouw van de looptraining

Alle trainingen worden gegeven door ervaren en goed opgeleide trainers die oog hebben voor een goede looptechniek (loophouding, pasfrequentie en arminzet) en je kunnen adviseren voor jouw trainingsaanpak.

De opbouw van de trainingen is als volgt:

• Warming-up, core stability en loopscholing
  Na 2 of 3 rondjes inlopen worden losmakende oefeningen gedaan, gevolgd door loopscholing en core stability. Dat zijn oefeningen voor een betere loophouding, coördinatie, souplesse en kracht.
• Hoofdprogramma
  Vervolgens start men met de kern van de training. Dat is vrijwel altijd een intervalsessie zoals bijv. 5 x 800 meter of 12 x 3 minuten, telkens gevolgd door een korte pauze (wandelen/ dribbelen). De mogelijkheden zijn legio; de trainer zorgt elke week voor een passende variant. Rekening houdend met het niveau van elke loper.
• Uitlopen / cooling down
  Na het hoofdprogramma wordt gezamenlijk uitgelopen en/of afsluitende oefeningen gedaan.

Op de baan, in de duinen of het bos?
De egale ondergrond en beperking van een 400m-baan is goed voor de opbouw en onnderhouden van je looptechniek en snelheid. Buiten in de natuur kun je op een zachtere, maar ook ongelijkere ondergrond lopen. Je rent heuvelop en leert afdalen. Samen zorgt het dat je beter gaat lopen en zo blessures voorkomt. Het geeft ook variatie in je training.

Trainingsschema
Vaak wordt voor een periode toegewerkt naar één of meerdere wedstrijddoelen. In een aantal gevallen gaan lopers daar samen heen. In een schema staan ook lengte, duur en/of intensiteit van één of meer trainingen die je naast de wekelijkse groepstraining kunt doen. Vraag hiernaar bij je trainer.